Overslaan en naar de inhoud gaan

Advies over het voorontwerp van decreet tot oprichting en regeling van het Vlaams Meldpunt voor Grensoverschrijdend Gedrag

Samenvatting advies

Waarover gaat dit advies?

Het Vlaams Mensenrechteninstituut gaf advies over het voorontwerp van decreet tot oprichting en regeling van het Vlaams Meldpunt voor Grensoverschrijdend Gedrag (hierna: het voorontwerp). Dit voorontwerp: 

  • bepaalt de oprichting van een onafhankelijk Vlaams Meldpunt voor Grensoverschrijdend Gedrag (hierna: VMGOG), dat ontstaat vanuit een structurele samenwerking tussen het meldpunt AJH (voluit: Agentschap Justitie en Handhaving) en het Vlaams Mensenrechteninstituut;
  • bepaalt de oprichting, doelstellingen, opdrachten en werkingsmodaliteiten van het meldpunt AJH;
  • wijzigt het mandaat en de bevoegdheden van het Vlaams Mensenrechteninstituut.

Waarbinnen kadert dit advies?

Het Vlaams Mensenrechteninstituut toetste het voorontwerp aan het algemeen mensenrechtelijk kader, zoals beschermd in de Principes van Parijs, in het bijzonder het recht op eerbiediging van het privéleven en het verbod op discriminatie, en ging na wat de gevolgen van het voorontwerp zijn voor zijn eigen mandaat en bevoegdheid.

Wat staat in het advies?

Het Vlaams Mensenrechteninstituut onderschrijft de doelstelling van de Vlaamse regering om de aanpak van grensoverschrijdend gedrag in de Vlaamse sectoren (beter) mogelijk te maken. Het beschouwt de mogelijkheid om op laagdrempelige wijze grensoverschrijdend gedrag te melden als een zinvolle versterking (of aanvulling) van het Vlaamse beleid inzake gelijke kansen en mensenrechten. Het VMGOG is immers bevoegd voor meldingen over grensoverschrijdend gedrag in alle aangelegenheden die onder de bevoegdheden van de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaams Gewest vallen. Het creëren van een overkoepelend Vlaams Meldpunt kan een significante meerwaarde zijn voor burgers die geconfronteerd worden met grensoverschrijdend gedrag. Overlappende bevoegdheden en verwarring bij de burger kunnen op die manier worden vermeden. 

Het Vlaams Mensenrechteninstituut wil zich graag engageren om het VMGOG in die zin te laten uitgroeien. Het vermijden van een onduidelijke terminologie, het respect voor eenieders bestaande rol en bevoegdheden, de noodzaak van loyale samenwerking en complementariteit van de dienstverlening lijken in dat opzicht de belangrijkste aandachtspunten om bij de verdere ontwikkeling van het voorontwerp in overweging te nemen.

Meer bepaald formuleert het Vlaams Mensenrechteninstituut de volgende bedenkingen:

  • Het toevoegen van bijkomende concepten (i.c. “discriminerende intimidatie” en “seksueel grensoverschrijdend gedrag”) die vervolgens voor hun omschrijving louter verwijzen naar bestaande regelgeving houdt een risico op verwarring in, ook voor burgers. Deze werkwijze bemoeilijkt overigens de precieze afbakening van taken en rollen van de bij het VMGOG betrokken instanties. 
  • Het voorontwerp mag niet leiden tot een beperking (of uitholling) van de huidige bevoegdheden van het Vlaams Mensenrechteninstituut. In het licht van de Principes van Parijs dient de onafhankelijkheid van het Instituut te worden gevrijwaard en overlap in de bevoegdheden dient te worden vermeden. Het voorontwerp zou aan duidelijkheid winnen door de complementariteit van de dienstverlening en het gezamenlijke aanbod aan burgers (“gezamenlijk uithangbord”) duidelijker te verankeren en samenwerking inzake overlappende bevoegdheden niet te verplichten, maar als een doelstelling voorop te stellen. 
  • Bijkomende verplichtingen tot het delen van gegevens of rapportering aan de uitvoerende macht (rechtstreeks of via het VMGOG) houden een risico in van beperking van de onafhankelijkheid van het Vlaams Mensenrechteninstituut. 
  • Mede omwille van zijn specifiek mandaat op dat vlak, is het Vlaams Mensenrechteninstituut van mening dat het voorontwerp meer aandacht zou moeten besteden aan de problematiek van toegankelijkheid van het VMGOG voor personen met een handicap.

Volledig advies

Ook interessant